Altijd in het centrum van het wereldtoneel, desondanks de loop der dingen net niet mede bepaald. Verslapen, verdwaald, tactisch verstoppertje gespeeld, ja soms zelfs door goed geluk en stom toeval. Gedrost, of hoe een familie zich uit de voetnoten van de geschiedenis heeft weten te maken. Sinds 2014 verschijnt ieder kwartaal een minuut of kwartierstaat, parenteel of tafereel uit de stamboom van een familie in de schaduw van het grote gebeuren.
De keizer is dood, lang leve de keizer. De eerste openlijke aanslag op de stamboom der Iulii-Claudii. Als onderdeel van de praetoriaanse garde zijn wij, keizerlijke lijfwachten, goed geplaatst de keizerlijke stamboom richting te geven en de juiste mensen de juiste naam in te fluisteren. Er is haast bij, de senatoren zien Claudius niet zitten, letterlijk. Genegeerd en beschimpt door eigen familie en stand, lichamelijk wat gemankeerd en een behoorlijke stotter, maar zeker geen domme vent. Intelligent, welgeplaatst en niet onbelangrijk, levend. Senatoren praten over een terugkeer naar de Republiek en opheffing van de praetoriaanse garde. De bijl in de keizerlijke stamboom betekent zo ook gevaar voor de onze. Als bij een goocheltruc halen we de vergeten en verstopte Tiberius Claudius Drusus achter de gordijnen te voorschijn en maken hem hoofd van de familie.
Voor ons is zijn afkomst afdoende argument om Claudius tot keizer te laten verheffen. In de schaduw van zijn stamboom is de onze rustig meegegroeid en de jongste twijgen aan de Drostenboom willen blijven genieten van de keizerlijke zonnestralen, zo lekker in de luwte des keizers boom. Het ijzer dient gesmeed als het heet is en het zwaard nog bebloed. De senaat is na een dag om: Tiberius Claudius Caesar Augustus Germanicus, keizer Claudius. Als keizerlijke hovenier hanteren wij bezem en snoeimes. De keizerlijke stamboom herpot, de onze herijkt (met de nadruk op eik). Zelf stond hij overigens niet te springen om keizer te worden, dat begrijpen wij maar al te goed. Net als wij gedijde hij prima in de schaduw. Als stotterende mankepoot wordt je niet snel als gevaar gezien, familieleden met meer ambitie sneuvelden niet zelden jong en onder verdachte omstandigheden. Voor wat hoort wat, hij helpt ons, wij helpen hem. Soms heeft een keizer een beetje goede pers nodig. En het hele rijk zal het weten ook.
Gouden en zilveren munten worden geslagen met daarop de nieuwe keizer en ons praetoriaanse kamp op de keerzijde. Kop of kamp. Gelijkertijd wordt het volk in Rome via kleinere munteenheden duidelijk gemaakt dat ze Claudius dankbaar mogen zijn voor al het graan dat via de nieuwe haven van Ostia de stad binnenkomt. Familiebanden moeten onder de aandacht gebracht, munten en afbeeldingen als propaganda en noodzakelijke geheugensteun. De keizerlijke stamboom gelijkt inmiddels een ondoordringbaar oerwoud. Claudius, opvolger van zijn neefje Caligula, de zoon van zijn geliefde broer Germanicus. Beide broers zonen van de onvergetelijke Drusus en Antonia Maior (inderdaad, dochter van…). En passant trouwt Claudius met zijn nichtje Agrippina Minor, dochter van dezelfde Germanicus en Agrippina Maior (ik durf het bijna niet te zeggen…) tevens zusje van de vorige keizer. (Die Minor en haar zoontje Nero, uit een eerder huwelijk, vertegenwoordigen ook een niet te onderschatten tak, maar dat is van later zorg: wie dan leeft…). Vadertje Drusus en zijn broer Tiberius zijn beide zonen van Livia, en via haar stief- en adoptiefzonen van de eerste keizer Augustus. Met wat creatief stekken reikt de stam nog wat verder terug, langs Caesar uiteindelijk tot de goddelijke wortels van Apollo en Venus. Een oerwoud, ik zei het al. Een botte bijl is hier handiger dan een snoeimes.
Eerst echter de Pokon, er moet een nieuwe keizerlijke macht bevestigd. Aandacht is vereist. Zoals veel groten der aarde een goede ghostwriter achter zich hebben staan, zo heeft de Iulisch-Claudische stamboom de perfecte ‘ghoststamboom’. Ons.
I, Claudius?
I, Drost.