Altijd in het centrum van het wereldtoneel, desondanks de loop der dingen net niet mede bepaald. Verslapen, verdwaald, tactisch verstoppertje gespeeld, ja soms zelfs door goed geluk en stom toeval. Gedrost, of hoe een familie zich uit de voetnoten van de geschiedenis heeft weten te maken. Sinds 2014 verschijnt ieder kwartaal een minuut of kwartierstaat, parenteel of tafereel uit de stamboom van een familie in de schaduw van het grote gebeuren.
We zijn er, onze naam is letterlijk gemaakt. Voor ons valt en staat, eindigt en begint alles met de generaal. Iulius en de Iuliërs. Hier op de vruchtbare gronden langs de Rhenus, Wahalis en Mosa is ons nieuwe volk geboren. Caesar heeft eerder flink huisgehouden in dit gebied en er is nu plaats genoeg, voor ons en de restanten van het trotse Eburonenvolk, dat zo onnozel is geweest tegen de Romeinen in opstand te komen. Onze legerleider heeft de situatie een stuk beter ingeschat dan Ambiorix, zeker nadat wij hem het een en ander hadden ingefluisterd. Ze keken als altijd naar ons, maar laat de leider zijn handtekening maar onder de verdragen van het verbond zetten, wij steunen hem wel als comitatus. Binnen zijn gevolg van krijgers en in de luwte gedijen wij Drosten immers het best. Hij leidt, wij sturen bij. We zijn nu bondgenoten en vrienden van Rome. Geen idee waar het ligt, maar het klinkt goed.
Een mooi geval van leider maakt het volk. Onze legerleider en Caesar waren de juiste mannen op de juiste plaats op het juiste moment, toen de stamboom der Chatti spleet. Als uitgekookte Drosten gaven wij onze leider het beslissende zetje in de juiste richting en een mooie deal werd gesloten. Caesar was uitermate in zijn nopjes en heeft direct een grote groep van onze ruiterij als hulptroepen opgenomen in zijn leger. Sindsdien vormen wij ook zijn persoonlijke lijfwacht. De belangrijkste krijgers, de leider natuurlijk, en wij als zijn stille adviseurs, ontvingen het Romeins burgerschap als beloning. Persoonlijke clientèle van het Iulische huis, altijd handig die connecties en zo’n netwerk van relaties. We kregen er ook een mooie nieuwe naam bij, Iulius, naar de grote man zelf.
Iulius Drost, het moet niet gekker worden. En je komt nog eens ergens. Onder aanvoering van onze eigen leider, dienden wij als comitatus van Caesar in een eenheid van hulptroepen in het Romeinse leger. Samen met de Romeinen op reis, strijdend voor de grote man, belandden we via Gallia op het eiland aan de rand van de wereld en met hem zegevierden wij in de burgeroorlog. Een beetje show is ons natuurlijk niet vreemd en we maakten dan ook de blits door met onze paarden in volle wapenuitrusting rivieren over te zwemmen. Dat geintje zou ons later nog grote faam opleveren. Tot aan Alexandrië toe vochten wij voor de machtige generaal en kregen als overwinnaars ook Rome te zien. De beloning voor onze Germaanse elitegroep mocht er ook zijn en was groter en duurzamer dan zelfs wij sluwe Drosten konden voorzien.
Als trouwe groep krijgers, socius et amicus populi Romani, kregen wij toestemming om met onze families te vertrekken uit de onrustige regio aan de Midden Rijn. We kwamen naar het noorden, over en langs de rivier trokken wij naar de Rijn- en Maasdelta. Daar waar de rivieren samenvloeien vloeiden ook wij met de overgebleven inheemse groepen samen. De etnogenese een feit, de Bataven geboren. Ons huzarenstukje heeft velen over ons doen schrijven. Over het verbond, onze dapperheid, onze daden en onze geschiedenis, al zal in de diverse indices vergeefs worden gezocht naar ‘Drosten’. Wij maken al langer – en met succes – gebruik van ons recht om te mogen worden vergeten. Gedrost.
Een groots verleden lacht ons Drosten, eh Bataven, toe.