Altijd in het centrum van het wereldtoneel, desondanks de loop der dingen net niet mede bepaald. Verslapen, verdwaald, tactisch verstoppertje gespeeld, ja soms zelfs door goed geluk en stom toeval. Gedrost, of hoe een familie zich uit de voetnoten van de geschiedenis heeft weten te maken. Sinds 2014 verschijnt ieder kwartaal een minuut of kwartierstaat, parenteel of tafereel uit de stamboom van een familie in de schaduw van het grote gebeuren.
Onze jongens razen als een stel jonge honden door het Wilde Westen van Britannia en veroveren de Nieuwe Wereld. Bataafse hulptroepen onder aanvoering van onze eigen Iulius Civilis, in het kielzog – zeg maar gerust frontlinie – van het Romeinse leger, waar onder meer Q. Petillius Cerialis en Titus Flavius Vespasianus, de legaat van Legio II Augusta, het gezag voeren. Stukje bij beetje wordt het eiland vanuit het zuidoosten veroverd en onderworpen. En de Drostjes onder de Bataven hebben zich klaarblijkelijk weer eens in volle wapenrusting in de schijnwerpers gezwommen. De zeestraat naar Mona (Anglesey) over, alsof het niets is. De daarheen gevluchte druïden stonden mooi in hun jurk te kijken. Je kunt zien van wie ze het hebben, de Bataafse appels vallen niet ver van de boom, wij waren ook van die uitslovers.
De vol gekraste schrijfplankjes die wij vanuit het eiland ontvangen geven blijk van jaloersmakende avonturen en doen denken aan de tijden dat wij met de Romeinen de Germaanse bossen onveilig maakten. De onveilige bossen veilig maakten, zou de Romein zeggen. Verhalen stromen binnen over rondreizen door het groene en plezante land vol met de meest wonderlijke en mooie toeristische attracties (zo hebben ze het over ingenieuze cirkelvormige stenen monumenten, sommige zelfs met hangende stenen!) en diverse nieuwe dorpen en steden worden uit de grond gestampt. Een hoogtepunt vonden ze de stedentrip naar Londinium, samen met Iulius Civilis, ‘naar de grote stad’. Daar maakten ze ook vrienden met een stel Nervii en hun commandant Iulius Classicus.
Het voelt als een heerlijke en oneindig lange mooie zomervakantie, aan de stralende lucht is echter al te zien dat slecht weer op komst is. Het lijkt hier en daar al te beginnen met rommelen. Daar, in Britannia, blijkt de inheemse bevolking niet onverdeeld enthousiast over de Romeinse komst en overname. De heersende elite ziet hun machtspositie geheel of gedeeltelijk verdwijnen in handen van buitenlandse overheersers, of erger nog, overgaan in die van een concurrerende familie. Voor het klootjesvolk verandert overigens weinig, het maakt niet veel uit wie de baas over je speelt. Sterker, mogelijkheden bieden zich juist aan om met hulp van de Romeinen de levensstandaard wat te verhogen.
‘Been there done that’. Zo zijn wij zelf groot geworden, of denken dat tenminste. Ook hier thuis hangt de verandering in de lucht, je kunt het bijna proeven. Het is een gewiekst rookgordijn dat de Romeinen destijds hebben opgetrokken door ons Bataven het idee te geven dat we een uitverkoren groep vormen. ‘Vrienden en bondgenoten van het Romeinse volk’, zoals ze het zelf noemen. Het verhult echter dat wij in de praktijk vooral het gevaarlijke en vuile werk voor ze mogen opknappen. Onze vele dappere hulptroepen zijn niet zo zeer een teken van door de Romeinen gewaardeerde krijgshaftigheid, maar eerder een strategie om iedere generatie jonge mannen systematisch te neutraliseren.
Terwijl de Romeinse wereld in en met Britannia wordt vergroot, wordt de wereld hier voor de thuisblijvers juist kleiner. Waar de gebieden van de Frisii tussen Noord- en Waddenzee voorheen deel uitmaakten van onze vrije Germaanse gebieden – en sinds Drusus van het Romeinse rijk – en waar we konden gaan, staan en handelen zo we wilden, zo lijkt het rivierenlandschap en onze Rijn steeds meer tot grensgebied te worden. Meer dan twintig versterkingen zijn of worden al gebouwd tussen zee en Vetera. De Romeinen verstoren de omgangsvormen in de inheemse gebieden die soms al eeuwen bestaan. Als daar maar geen gedonder van komt. Het zou niet de eerste keer zijn.
Het wordt tijd ons even tactisch terug te trekken en er tussenuit te piepen. Gedrost.