Lourens Alma Tadema kleurt het Fries Museum

[:nl]

Geboren in Friesland, geschoold in België, wereldberoemd in Engeland. Het Fries Museum in Leeuwarden is de ‘place to be’ om de ontdekkingstocht van Lourens Alma Tadema naar Sir Lawrence Alma-Tadema te beleven. Een ‘verleidelijk’ onderdeel van Leeuwarden-Fryslân Culturele Hoofdstad van Europa 2018.

Zelfportret van Lourens Alma Tadema, 1852

Ik vind het aardig om ze te schilderen, dus er zullen ook vast wel mensen zijn die het aardig vinden om er naar te kijken”. Reken maar, we staan er in het Fries Museum voor in de rij. Of lopen langs de rij met een online gekocht ticket, een verstandige keuze.

Bestemming van een talent

Een dag niet geschilderd is een dag niet geleefd”, en in het geval van Lourens bijna letterlijk. Geboren op 8 januari 1836 in het Friese Dronryp, gaat hij als tiener geestelijk en lichamelijk bijna kapot aan de combinatie van studeren en schilderen. Op doktersadvies en met toestemming van zijn moeder Hinke (zijn vader Pieter heeft hij al op vierjarige leeftijd verloren) mag hij zijn leven wijden aan de schone kunsten. Enkele maanden na zijn Zelfportret vertrekt hij in 1852 op zestienjarige leeftijd van Leeuwarden naar Antwerpen. Zijn moeder en zus Artje volgen enkele jaren later.

In Antwerpen studeert hij eerst aan de Koninklijke Academie voor de Schone Kunsten, waarna hij als privéleerling van historieschilder en leraar archeologie Louis de Taeye steeds meer geïnspireerd wordt door de veelgeprezen schilder Hendrik Leys, die hem in 1860 onder zijn hoede neemt. De ontmoeting met de belangrijke kunsthandelaar Ernest Gambart opent vervolgens een gewillige markt in Engeland. Alma Tadema heeft niet alleen de gave goed te kunnen tekenen en schilderen, maar weet zich ook met de juiste mensen te omringen die hem verder helpen op weg naar succes.

Het jaar 1863 is een heftig en belangrijk jaar voor Lourens Alma Tadema. Niet alleen sterft zijn moeder, maar het is tevens het jaar waarin hij trouwt met Marie-Pauline Gressin Dumoulin, afkomstig uit een Franse familie van goede komaf. Het paar gaat naar Italië waar ze onder meer Rome, Napels en Pompeii bezoeken. De reis met Pauline markeert het moment waarop Lourens door de klassieke oudheid wordt gegrepen en besluit om de Romeinse geschiedenis en dan vooral het Romeinse dagelijkse leven tot leven te wekken in zijn eigen schilderijen. Met name zijn bezoeken aan de opgravingen van Pompeii en Herculaneum zijn hierbij belangrijk geweest.

Interieur van de kerk San Clemente, Alma Tadema 1863

Een zeer persoonlijk schilderij dat tijdens de reis is ontstaan is Interieur van de kerk San Clemente. Hierop staat Pauline afgebeeld terwijl zij achter een pilaar verdwijnt. Zelf piept de kunstenaar achter een muurtje omhoog. Lourens heeft dit schilderij altijd in eigen bezit gehouden. Uiteindelijk is het via zijn dochter Laurence, samen met veel replica’s, stoffen en kleden en andere kunstwerken in 1935 aan het Fries Museum geschonken.

Alma Tadema doet niets zonder een gedegen voorstudie. Hij doet als amateur een bewonderenswaardige archeologische kennis op, ook door boeken, gravures en foto’s te verzamelen. Hij is wellicht de best gedocumenteerde schilder van zijn tijd. Hierbij is zeker het aandringen van Henri Leys op historische correctheid, vooral in de weergave van materialen en stoffen van invloed geweest. Leys inspireerde Lourens ook om te experimenteren met onverwachte compositieschema’s, door de aandacht niet per se te vestigen op de centrale gebeurtenis, maar ‘bijna toevallig’ op wat zich voor, na of rondom die gebeurtenis afspeelt. Alsof het foto’s of snapshots zijn van taferelen uit een historische werkelijkheid. Net als in het echte leven bevinden de belangrijke personen en onderwerpen zich niet altijd mooi in het midden van ons blikveld en ontsnappen belangrijke gebeurtenissen soms aan onze aandacht.

Nadat in 1864 de eerstgeboren zoon van Lourens en Pauline enkele maanden na de geboorte al overlijdt, worden in 1865 en 1867 achtereenvolgens de dochters Laurence en Anna geboren. Het familiegeluk duurt helaas niet lang. Pauline overlijdt, veel te jong, in mei 1869. Lourens’ grote voorbeeld Henri Leys sterft in hetzelfde jaar. Sporen van verdriet zien we duidelijk terug in het schilderij De dood van de Eerstgeborene uit 1872. Het wordt in heel Europa tentoongesteld en ontvangt diverse onderscheidingen, waarna Alma Tadema het terugkoopt van de handelaar en de rest van zijn leven in eigen bezit houdt.

De dood van de eerstgeborene, 1872

Heer van stand in Engeland

Aangespoord door de kunsthandelaar Gambart verhuist Alma Tadema in september 1870 samen met Laurence en Anna, en zijn zus Artje, die voor zijn dochters zorgt, naar Londen. Hier heeft hij Laura Theresa Epps, afkomstig uit de grote en gegoede Epps-familie, al bij een eerder bezoek aan Londen ontmoet en is verliefd op haar geworden. Hij biedt Laura aan haar schildersdocent te worden en een jaar later, in 1871, trouwen ze. De carrière van Lourens neemt in de Engelse hoofdstad direct een grote vlucht. Hij wordt een van de gevierdste en best betaalde kunstenaars van zijn tijd.

Tadema signeerde zijn schilderijen altijd al als L. Alma Tadema, eenmaal in Engeland wordt Lourens bijna vanzelfsprekend Lawrence en zijn tweede voornaam en achternaam worden nu ook gekoppeld. Alma-Tadema klinkt natuurlijk lekker ‘posh’, als van adellijke afkomst. Een bijkomend voordeel is dat hij in catalogi en registers met de A van Alma veel eerder aan bod komt dan met de T van Tadema. In 1873 wordt hij vervolgens genaturaliseerd tot Brits staatsburger.

De unieke interieurs van zijn huizen, eerst in Townshend House daarna aan Grove End Road, die Lawrence samen met zijn gezin geheel naar hun wensen ontwerpt en inricht, worden kunstwerken op zichzelf. De ateliers zijn niet alleen bedoeld als praktische en plezierige plek om te werken, maar ook als bron van inspiratie voor zijn schilderijen. Gebruiksvoorwerpen en accessoires laat hij namaken naar voorbeelden uit het British Museum. Van de architectuur op zijn schilderijen worden perspectivische voorstudies gemaakt, compleet met constructietekeningen. Het marmer in zijn schilderijen is net zo minutieus en in detail weergegeven als de kleding en kapsels die de personages dragen. Er is zoveel in de schilderijen te zien, monnikenwerk, met als ultieme voorbeeld De rozen van Heliogabalus. Die rozenblaadjes! Alma-Tadema tekent, fotografeert en schildert, “maar zodra het af is, ben ik geen kunstenaar meer. Dan ben ik handelaar”.

De rozen van Heliogabalus, 1888

In zijn ‘paleis der schoonheid’ aan Grove End Road 17 in de Londense wijk St. John’s Wood, wordt niet alleen maar hard gewerkt aan een omvangrijk oeuvre. Uitgenodigd door de inscriptie boven de deur: When friends meet, hearts warm, ‘Wanneer vrienden treffen, worden harten verwarmd’, is het een komen en gaan in de villa van de kleine rondborstige levensgenieter. Toekomstige Britse koningen George IV en Edward VII en vele andere notabelen, collega’s, vrienden en bekenden waaronder Hendrik Willem en Sientje Mesdag, Georg Henschel, Oscar Wilde, Sir Arthur Conan Doyle en een jonge Winston Churchill bezoeken zijn atelier, soirees en feesten.

In de hogere Britse kunstkringen wordt Alma-Tadema als ‘een van ons’ beschouwd en treedt hij toe tot de Royal Academy. In 1899 wordt hij door Queen Victoria, ter gelegenheid van haar tachtigste verjaardag, geridderd. Misschien wel de hoogste waardering volgt in 1905 wanneer hem de Order of Merit, de sporadisch toegekende onderscheiding voor bijzondere verdiensten in het leger, de wetenschap, de kunst of de literatuur, wordt toegekend. Sir Lawrence Alma-Tadema RA OM, niet slecht voor een Friese jongen uit Dronryp. Na zijn dood op 25 juni 1912 wordt hij als enige geboren en getogen Nederlander bijgezet in de crypte van St. Paul’s Cathedral.

Verkleedpartijen van een marmerschilder

Zelden is het gat tussen vereerd en vergeten, gevierd en verguisd zo klein geweest, de val zo diep. Voor Alma-Tadema zelf gelukkig vooral na zijn dood. Opeens wordt hij ‘slechte smaak’ en de meest bespotte en vernederde schilder uit de negentiende eeuw. ‘Kitsch’, ‘alleen geschikt voor bonbondozen en koektrommels’ en ‘verkleedpartijtjes voor de Victoriaanse elite’. Zowel kunstenaars als critici keken op hem en zijn werk neer: ‘levenloos, zielloos, koud en een kunstje voor een welgesteld publiek’.

Daar kunnen we het mee doen. Persoonlijk vind ik sommige van zijn personages zodanig levensecht en warm, je kan op slag verliefd op ze worden. De kracht achter zijn succes lag – en ligt – in het feit dat hij aannemelijk weet te maken dat de mensen in de Romeinse tijd niet verschillen van de Britten in het Victoriaanse tijdperk, niet verschillen van ons. In de schilderijen worden vrolijke en onbezorgde gebeurtenissen afgebeeld uit het leven van anonieme welgestelde inwoners van Rome of Pompeii.

Een gunstig uitkijkpunt, 1895

Er wordt een verleidelijke fantasie en vlucht uit het donkere bestaan van alledag met al zijn maatschappelijke problemen geboden. De weerspiegelingen van een leven waar velen naar verlangen, maar aan slechts een enkeling is voorbehouden, is net zo relevant en herkenbaar voor het Victoriaanse publiek als voor ons. Eigenlijk schildert Lawrence Alma-Tadema verklede Victorianen in plaats van Romeinen. Hij schildert ons. Een ‘guilty pleasure’? Pleasure indeed, guilty as charged.

Kijk nog eens naar De dood van de Eerstgeborene. Wie wordt niet geraakt door het verdriet en de onmacht van de farao met zijn stervende zoon in de armen? Verstijfd, verdwaasd, met tranen in de ogen, het is allesbehalve zielloos en koud. Gepassioneerd juist door het ontbreken van getoonde emotie. Verdoofd door verdriet. Zielloos en koud als het verlies en de dood. Dus ja, zo bezien inderdaad zielloos en koud. En echt.

Veel van zijn critici vergeten verder de bijzondere lichteffecten en vernieuwende ‘fotografische’ composities met veelvuldige perspectieven en fraaie doorkijkjes (in doorkijkjes). De geloofwaardige aankleding van de ruimtelijk dynamische scènes, levendig, contrastrijk en vol figuren in actie, zuigen je zowat de schilderijen in. De filmindustrie heeft het allemaal dankbaar opgepakt. Zoals Alma-Tadema objecten uit de oudheid verzamelde en liet namaken voor zijn schilderijen, echte ‘props’ avant la lettre, zo verzamelen filmmakers taferelen uit zijn schilderijen voor hun films.

Wanneer een kunstenaar gedurende een bepaalde periode in de kunst beroemd en gewild is, dan wordt hij daarmee tevens waardevol voor het begrip van die periode. In het geval van Alma-Tadema is zo de negentiende eeuwse kijk op de klassieke oudheid terug te vinden in zijn schilderijen. De kunstwereld en het publiek hebben de schilder gelukkig weer in hun armen gesloten. Een prachtig voorbeeld van de golfbeweging van de kringloop van de schilder, van roem via verwerping naar herontdekking, geeft het schilderij Mozes gevonden! uit 1904. Alma-Tadema verkoopt het schilderij in datzelfde jaar voor bijna 10.000 dollar, een vermogen in die tijd. In de jaren 1960 is het geen duizend dollar meer waard (het schilderij is zelfs ooit voor de lijst gekocht waarna het doek zelf is weggegooid en gelukkig weer gevonden). In 2010 ging het werk voor 36 miljoen dollar onder de hamer. Een godsvermogen.

Mozes gevonden!, 1904

Zwieren door de tentoonstelling

Zwierend en dansend, van links naar rechts, hier en daar een lusje makend, worden we door de tentoonstellingszalen langs de thema’s en episodes uit Tadema’s leven geleid. De expositie schets het beeld van de kunstenaar als verhalenverteller. Vele grote en kleine schilderijen van de kleine grote schilder, sommige wereldberoemd, andere onbekender, zijn bijeengebracht en worden aangevuld met voorwerpen en eigendommen uit het bezit van de kunstenaar en zijn familie. Deze kleine blog kan het leven en werk van Alma-Tadema natuurlijk niet tot leven wekken, de tentoonstelling Alma Tadema – klassieke verleiding doet dat zeker wel.

Het is opvallend hoeveel klassieke traditioneel aandoende schilderijen hij heeft gemaakt in zijn ‘Friese en Belgische periode’, een beetje zoals je gewend bent van tijdgenoten en de grote Hollandse meesters. Bij Alma-Tadema denk je toch gauw aan de wereldberoemde heerlijk kleurrijke, helder witte en blauwe werken. Juist deze ‘klassiekers’, de ‘Romeinse’ schilderijen, zijn onconventioneel door de onverwachte compositieschema’s en thema’s, waarbij onze verbeelding in gang wordt gezet en het verleden tot leven gewekt.

Wie goed kijkt ziet dat archeologische objecten, replica’s en stukken stof vaak terugkeren op foto’s en schilderijen van Alma-Tadema’s huizen en in zijn schilderijen. Binnen de tentoonstelling nodigt het uit tot een wedstrijd tellen hoe vaak hij bepaalde motieven en objecten laat terugkeren: Romeinse replica’s van zilveren serviesgoed, glas- en aardewerk, het tijger- en berenvel, meubels, de collectie stoffen en weefsels. Niet alleen ‘dode’ elementen worden herhaaldelijk opgevoerd, ook zijn muzen zijn goed vertegenwoordigd. Pauline, Laura en zijn dochters zijn door Alma-Tadema op een groot aantal werken vereeuwigd, als zichzelf en als figurant in een historische setting.

Laat je verleiden

Amo Te Ama Me, 1881

Van Lawrence, of Lourens, Alma Tadema kan in het Fries Museum tot en met 7 februari 2017 worden genoten, maar daar houdt het gelukkig niet op. Blijvend nagenieten kan gewoon thuis op de bank, of in de favoriete stoel, met het fraaie tentoonstellingsboek Alma Tadema – klassieke verleiding (redactie Elizabeth Prettlejohn en Peter Trippi). Het is een waardevol overzicht van het leven, het werk, de huizen en muzen van de man die ons beeld van de klassieke oudheid tot op de dag van vandaag mede bepaalt.

Voor wie nog niet is geweest, een ‘spoiler alert’, of het tegenovergestelde eigenlijk: zijn critici hebben het fout gehad. Voor een definitieve ‘factcheck’:verwen jezelf en ga kijken! Zoals de kunstenaar zelf zei: “zoals de zon de bloemen kleurt, zo kleurt kunst het leven”. Zijn zonnige dispositie is vaak te zien in zijn werk. “Kunst is, met letterkunde en muziek, de bloem der beschaving”, aldus Alma Tadema. En hij heeft gelijk.

Bonus: Geef jezelf een cadeau tijdens het verjaardagsweekend van Lourens Alma Tadema en ga dit weekend naar het Fries Museum! Je wint hiermee extra kleurenpracht, tot leven gebracht door een andere Friese kunstenaar met een missie. Het natuurlijke kleurenpalet dat door Claudy Jongstra in Ancient Light wordt gecreëerd is nog tot en met 8 januari 2017 in het museum te bezichtigen. Met haar duurzame en ambachtelijke creaties schept ook zij een mooiere en kleurrijke wereld. En waar Alma Tadema dient als inspiratie en blauwdruk voor menig historisch spektakelfilm, daar kleedt Claudy de sterren van Star Wars letterlijk aan.

[:en]Born in Friesland (the Netherlands), educated in Belgium, world-famous in England. The Fries Museum in Leeuwarden is the place to be to experience the voyage of discovery from Lourens Alma Tadema to Sir Lawrence Alma-Tadema. A tempting part of Leeuwarden-Fryslân European Capital of Culture 2018.

Self-portrait, 1852

I find it quite pleasant to paint them, so there are bound to be people who will find it pleasant to see them”. You bet, we are queuing up at the Fries Museum. Or we walk past the queue with a ticket bought online, the smart way.

Destiny of a talent

A day not painted is a day not lived”, and in case of Lourens this is almost literally true. Born on 8 January 1836 in the Frisian village Dronryp, he breaks down mentally and physically as a teenager from the strain of combining his studies and painting. At the advise of doctors and with permission of his mother Hinke (already having lost his father Pieter at the age of four) he is allowed to pursue a life in arts. A few months after he finished his Self-portrait, he sets out in 1852 from Leeuwarden to Antwerp, just sixteen years old. His mother and his sister Artje follow a few years later.

In Antwerp he first studies at the Koninkelijke Academie voor de Schone Kunsten (Royal Academy for Fine Arts), before joining the historical painter and archaeology teacher Louis de Taeye as a private student. More and more he gets inspired by the much-praised painter Henri Leys, who eventually takes Lourens under his care in 1860. His meeting with import art-dealer Ernest Gambart subsequently opens up an eager market in England. Alma Tadema not only has a gift for drawing and painting, but is equally apt in surrounding himself with the right people to further advance his career.

The year 1863 is a tough but important year for Lourens Alma Tadema. It is the year his mother dies, but also the year he marries Marie-Pauline Gressin Dumoulin, born in a French and well-off family. They travel to Italy on their honeymoon and visit, among other places, Rome, Naples and Pompeii. This journey with Pauline marks the moment where Lourens is deeply affected by antiquity and decides to bring Roman history to life in his paintings, especially Roman daily life. In particular the visits to Pompeii and Herculaneum were important to him.

Interior of the Church of San Clemente, 1863

A very intimate and personal painting that was created during the honeymoon is Interior of the Church of San Clemente. Here we see Pauline being pictured while she is disappearing behind a column. The artist himself pops up from behind a wall. Lourens has always kept this painting in his own possession. In 1935 it came into the possession of the Fries Museum, along with many other personal belongings, replica’s, cloths, rugs, and other works of art, thanks to a gift of Alma Tadema’s daughter Laurence.

Alma Tadema doesn’t start working on a painting without thorough research. For an amateur he acquires an impressive amount of archaeological knowledge, also by studying and collecting books, engravings and photographs. He is quite possibly the best documented artist of his time. To this Henri Leys has been important, insisting on historical accuracy, especially in the reproduction of materials and cloths. Leys also encourages Lourens to experiment with unexpected composition plans by focusing not necessarily on the central theme, but ‘almost accidentally’ on things happening before, after, or around the event. As if the painting is a photograph or snapshot of a scene from a historical reality. Just like in real life, the main characters and subjects are not always in the centre of our field of vision, and important events sometimes escape our attention.

After Lourens’ and Pauline’s firstborn son dies only a few months after his birth in 1864, two daughters, Laurence and Anna, are born in 1865 and 1867 respectively. Domestic bliss is cut short dramatically when Pauline dies in 1869. That same year Alma Tadema’s greatest influence and role model Henri Leys also passes away. Traces of sorrow are clearly visible in The Death of the Pharaoh’s Firstborn Son, painted in 1872. The painting went on exhibition throughout Europe and received several awards, after which Alma Tadema buys it back from the art-dealer and keeps the painting among his personal possessions for the rest of his life.

The Death of the Pharaoh’s Firstborn Son, 1872

Gentleman in England

Encouraged by art-dealer Gambart, Alma Tadema moves to London in September 1870, together with Laurence and Anna, and his sister Artje who looks after his daughers. On a previous visit to London he had already met Laura Theresa Epps, a young woman from a significant and well-connected family. He now offers Laura to become her personal art teacher. A year later, in 1871, they marry. The career of Lourens lifts off immediately in the British capital and he becomes one of the most celabrated and best paid artists of the day.

Alma Tadema always signed his paintings L. Alma Tadema, once in England however Lourens quite naturally became Lawrence and his second and last names paired. The double-barrelled name Alma-Tadema has a certain posh and nobiliary ring to it, but has a further advantage: filed under A of Alma his name and works are covered in indexes and catalogues ahead of T of Tadema. In 1873 Alma-Tadema is naturalised as a British citizen.

The unique interiors of his houses, designed, modelled and decorated by Lawrence and his family, first at Townshend House, later at Grove End Road, become pieces of art in themselves. His studios are not just practical and pleasant workshops, they are also inspirational sources for his paintings. Alma-Tadema has detailed copies of utensils, accessories and other items of everyday use made after examples and artifacts in the British Museum. The architecture in his paintings is the result of painstaking studies of perspective and drawn designs. The marble is painted with the same meticulous perfection as the attire and hair style of the individuals. There is so much to see in the paintings, that much detail, just look at The Roses of Heliogabalus. All those rose petals! Alma-Tadema draws, makes photographs and paints, “but once it’s finished, I am no longer an artist. Then I become a dealer”.

The Roses of Heliogabalus, 1888

In his ‘Palace of Beauty’ at Grove End Road 17, St. John’s Wood, it is not all hard work and dedication. In letter and spirit of the inscription above the door: When friends meet, hearts warm, it is a coming and going at the residence of this small straightforward bon vivant. Future kings George IV and Edward VII and many dignitaries, colleagues, friends and acquaintances, including Hendrik Willem Mesdag and his wife Sientje, Georg Henschel, Oscar Wilde, Sir Arthur Conan Doyle, and a young Winston Churchill, all visit his home and studio, his soirees and parties.

The higher echelons of the British art society look upon Alma-Tadema as ‘one of them’ and he becomes a member of the Royal Academy. In 1899, at the occasion of Queen Victoria’s eightieth birthday, he receives a knighthood. Perhaps the highest honour Alma-Tadema received follows in 1905 when he is awarded the Order of Merit, an acclaim conferred to persons who have rendered exceptional services in armed services, or towards the advancement of science, arts and literature. Sir Lawrence Alma-Tadema RA OM, not bad for a Frisian lad from Dronryp. After his death on 25 June 1912 he is interred in the crypt of St. Paul’s Cathedral.

Costume balls of a marble painter

Rarely the gap has been so small between adoration and neglection, honouring and abusement as happened to Lawrence Alma-Tadema. Luckily for him, most of it after his death. All of a sudden he and his work are ‘bad taste’ and he becomes the most mocked and humiliated painter of the nineteenth century. ‘Kitsch’, ‘only suitable for chocolate boxes and biscuit tins’ and ‘costume balls for the Victorian elite’. Artists and art critics alike looked down on his work: ‘lifeless, soulless, cold and a gimmick for the well-to-do’.

Well, that’s one in the eye for us then. Personally I think some of his portraits and characters are so real and lifelike, you could easily fall in love with them. The creative force behind his success lay – and lies – in his power to convince us that people in Roman times do not differ from the British people in the Victorian age, and do not differ from us now. The paintings depict cheerful and carefree scenes out of the lives of anonymous and ordinary, albeit well-to-do inhabitants of Rome or Pompeii.

A Coign of Vantage, 1895

We are offered a tempting fantasy and escape from the dark daily existence, with all its social problems. The images of a life so many long for, but only few will live, is as relevant and recognisable to the Victorian public as to us. Alma-Tadema is really painting Victorians dressed as Romans, he is painting us. A ‘guilty pleasure’? Pleasure indeed, guilty as charged.

Just look again at the The Death of the Pharaoh’s Firstborn Son. Who isn’t touched and moved by the pain and sorrow of the pharaoh holding his dead son in his arms? Frozen and numbed, trying to keep his tears from flowing freely, only just succeeding. It is everything but soulless and cold. The lack of demonstrated emotions make the image so much more powerful and passionate. Stunned by grief. Lifeless and cold as loss and death. Yes, regarded this way, lifeless and cold indeed. And true.

Many of his critics further forget the extraordinary effects of light and innovative ‘photographic’ compositions, the multiformity of perspective and splendid panoramic views, passages and vistas (through vistas). The credible decoration of the spatial and dynamic scenes, rich in contrast and full of lively people, almost pull you into the paintings. The film industry has gratefully embraced it all. The way Alma-Tadema collected objects from antiquity and had replicas made for his paintings, props avant la lettre, filmmakers collect tableaux, scenes and details from his paintings for their films.

When an artist is famous, celebrated and favoured during a particular period in time, this will also make that artist valuable for the understanding of this period. In case of Alma-Tadema we are able to trace back the nineteenth century view on antiquity through his paintings. Thank goodness the world of art and public have all embraced the painter again. A fine example of the fluctuation Alma-Tadema’s cycle is provided by his painting The Finding of Moses of 1904. In that year Alma-Tadema sold the painting for nearly 10.000 USD, a fortune in those days. In the 1960’s it isn’t worth more than a thousand dollars (the painting at some point even gets sold for its frame, after which the painting was thrown away and luckily retrieved). In 2010 the painting was sold at auction for about 36 million USD. Priceless.

The Finding of Moses, 1904

Whirling through the exhibition

Whirling and dancing, from left to right, here and there making a flip and loop, in this wonderful way we are guided through the exhibition rooms along themes and episodes from Alma-Tadema’s life. The exhibition paints the picture of the artist as storyteller. Many larger and smaller paintings of the little big painter, some of them world-famous, others less well known, are brought together and complemented by other objects and possessions of the artist and his family. This blog is of course never able to bring the life and works of Alma-Tadema to life, the exhibition in the Fries Museum, Alma-Tadema – classical charm, succeeds gloriously.

It is striking how many classic and traditional looking paintings he has created in his ‘Frisian and Belgian period’, paintings and compositions you may expect of contemporaries and the earlier famous Dutch masters. With Alma-Tadema you quickly come to think of the world-famous and wonderfully colourful, bright white and blue paintings. Typically these ‘classics’, his ‘Roman’ paintings are unconventional by their surprising compositions, scenes and themes that trigger our imagination and make the past come alive.

The attentive visitor will notice archaeological objects, replicas and pieces of cloth recurring in many of the photographs and paintings of the houses of Alma-Tadema and in his paintings. Within the exhibition this invites to a competition, counting how many times certain motives and objects are portrayed: replicas of Roman silver tableware, glass and pottery, the hides of a bear and tiger, furniture and his collection of cloth and fabric. Not only ‘dead’ elements recur repeatedly, so do his muses: Pauline, Laura and his daughters. All make regular appearances in his paintings, as themselves or as actors in one of his historical settings.

Indulge yourself

Amo Te Ama Me, 1888

Lourens, or Lawrence, Alma-Tadema can be enjoyed at the Fries Museum until 7 february 2017, after which the exhibition will travel first to the prestigious Belvedere in Vienna, Austria, and then to Leighton House Museum in London. Relishing the memory – or in eager anticipation – is easy enough, at home on the sofa or in your favourite chair, with the splendid and informative book to the exhibition: Lawrence Alma Tadema: At home in Antiquity (edited by Elizabeth Prettlejohn and Peter Trippi). It is a valuable summary of the life, work, houses and muses of the man who painted a picture of antiquity that has influenced and is still influencing our image of the Roman period.

For all who have not yet had the chance to visit the exhibition, here’s a Spoiler Alert, or rather, the opposite: his critics were wrong. For a definite fact-check: indulge yourself and go visit the exhibition! As the artist said himself: “As the sun colours flowers, so art colours life”. His bright and cheerful disposition is everywhere to be found in his paintings. “Art, together with literature and music, is the flower of civilisation”, according to Alma-Tadema. And he is right.[:]

Dit bericht is geplaatst in Kunst & Cultuur met de tags , , , , , . Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *