Camelopardalis, de giraffe van Robert Jacob Gordon

In 1777 vestigde de Doesburgse Robert Jacob Gordon zich definitief aan Kaap de Goede Hoop. In het najaar van 1776 was hij door de Heren XVII aangesteld als kapitein van het garnizoen in de Kaapse VOC kolonie. Maar hij was veel meer dan een militair. Robert Jacob Gordon was ontdekkingsreiziger, botanist, zoöloog, antropoloog, cartograaf en meteoroloog.

giraffen nabij de Oranje Rivier door Robert Jacob Gordon

“De latijnen hebben het van ouds camelopardalis genoemt, van een samengestelde naam van cameel en leopard want hij is gevlakt met de vlakken van een leopard en heeft den hals lang als een cameel. Het is een seer fraay en goedaardig dier, bijna als een schaap, en aimabelder als enig ander wild dier.”

Is getekend, RJG

Het meest gelukkig was Robert Jacob Gordon tijdens zijn lange reizen door de binnenlanden van zuidelijk Afrika. De resultaten, ontdekkingen en specimen deelde hij met zijn contacten en wetenschappers in Europa, en met zijn broodheer en erfstadhouder Prins Willem V van Oranje.

Via zijn vaste correspondent, de griffier Hendrik Fagel, bediende hij vooreerst Arnout Vosmaer, directeur van het stadhouderlijke natuurhistorische kabinet, en professor Jean Nicolas Sébastien Allamand in Leiden, die veel van de informatie verwerkte in zijn Nederlandse uitgave van Buffons Histoire naturelle. Vele prominente internationale bezoekers aan de Kaap werden verder door Gordon als gast ontvangen in zijn ‘huismuseum’.

De tastbare erfenis van de ontdekkingstochten is, letterlijk, opgetekend in de honderden tekeningen die tezamen bekend staan als de Gordon Atlas, en de gedetailleerde reisjournaals die RJG onderweg bijhield. Daarnaast herinneren verschillende geografische benamingen aan zijn rondreizen.

De vierde reis

De reis van 27 juni 1779 tot 13 januari 1780, Gordons vierde, vormde voor hem persoonlijk een mooie afronding en bekroning van zijn reisperiode. Bij vertrek waren voorbereidingen in gang die de komst van Susanna Margaretha Nicolet naar de Kaap mogelijk maakte. Op 23 april 1780, negen dagen na haar aankomst, trad RJG met Susanna in het huwelijk. Na terugkomst wachtte tevens promotie tot kolonel door de pensionering van zijn voorganger Hendrik Prehn.

De expeditie zelf is in vele opzichten zeer geslaagd te noemen. Op eerdere reizen had RJG de bovenloop van de Groote Rivier, of Gariep, al in kaart gebracht. Nu bracht hij een bezoek aan de monding en doopte hij de rivier officieel tot Oranje Rivier. Het meest gelukkige moment beleefde hij op 12 oktober 1779, toen tegen de avond het langverwachte ogenblik daar was en hij zijn eerste kameelpaarden zag.

Ontmoetingen met de Camelopardalis

Het was een bijzondere ontmoeting voor Robert Jacob Gordon, en niet alleen voor hem, maar ook voor de Europese wetenschap. In zijn reisjournaal legt hij het moment vast:

na ses uren rydens omtrent sons ondergang sag ik, dog ver en met myn sak telescoop, het eerste cameeleopard: hy kwam na ons toe in syn coers na de rivier somtyds stond hy stil en beweegde syn hals, op de ene dan op de andere syde als de mast van een schip dat op zee voor top en takel overhaald.

De camelopardalis, de giraffe

De camelopardalis, “het schoonste en singulierste gesigt in alle mijne Reisen”

Een van zijn metgezellen, Pienaar, schiet het dier. In het het donker liep RJG naar de giraffe “en vond dit schone en sonderlinge dier een der fraayste dat de natuur formeerd, dood. kon my niet genoeg versadigen hem te besien, met brandhouten voorgeligt zynde”.

De volgende dag was RJG met zijn gezelschap “den ganschen dag besig met meten en examineren van dit schone dier”. Zij “slagte het hele schelet van ’t cameeleopard. Hadden de tekening volmaakt getroffen. Begroeven de beenderen in de grond, tot onse terugkomst voor de wilde dieren”. Op de terugweg bleek het gebeente al door wilde dieren opgegraven en lagen de botten verspreid.

Gordon maakt een nieuwe tocht over de Oranje Rivier en op 10 december 1779 schiet de Hottentot Africaander bij Warmbad in het huidige Namibië een tweede giraffe. Het dier wordt op de empirische wijze die RJG zo eigen is, nauwkeurig opgemeten, geslacht én gegeten. Het vel en de botten worden geprepareerd om mee te kunnen nemen.

Of zoals Gordon het op 11 december 1779 in zijn reisjournaal verwoordt: “Slagten het dier af en souten hem, ook slagten het vlees van de benen, dit vlees smaakte veel naar de doornbossen dien hy eet”. In het onderschrift bij een van de tekeningen van een giraffe meldt hij: “sijn vlees is goed te eten en de merg uit syne benen lekker”.

Giraffen aan de Kaap

Het is niet de eerste giraffe die kasteel de Goede Hoop en de Kaapse overheid bereikte. Na eerdere expedities, door Jacobus Coetsé in 1760 en Hendrik Hop in 1761, waren al huiden van een jonge giraffe vanuit het huidige Namibië naar de Kaap gebracht. Het door Hop meegebrachte exemplaar werd door gouverneur Rijk Tulbagh naar de Universiteit van Leiden gestuurd.

Het is zeer wel mogelijk dat Robert Jacob Gordon deze giraffenhuid voorafgaand aan zijn eerste reis naar de Kaap in 1772 heeft bewonderd, en anders zeker na terugkeer van die reis in 1774. Het zien en onderzoeken van de camelopardalis stond in ieder geval hoog op de verlanglijst van Gordon (en die van Vosmaer en Allamand).

Een vorstelijke gift

Terug aan de Kaap schrijft RJG op 23 januari 1780 een brief aan Hendrik Fagel. “Ik heb een vel en gansch schelet van een der grootste cameleopardalissen voor syne doorlugtigste Hoogheid medegebragt, sullende sulks ten eersten overgesonden worden met een exacte tekening.” Over de giraffe vervolgt hij dat het “synde seker een der wonderlykste dieren in de natuur; hebbe er meer dan honderd gesien en twe geschoten”.

Op 18 april 1780 vroeg RJG toestemming “om met een der aanwezende retour-scheepen, aan de heer Allamand professor in de philosophie te Leijden, over te zenden, om ten dienste van ‘t Cabinet van Natuurlijke Zeldzaamheden van zijne doorl.hoogheid den heer Erfstadhouder, aan hoogst denselven te worden gepresenteerd, de Huid en het Scelet eener Cameleopardalus, gepakt in twee cassen, d’ eene lang 6 en breed 3,5 voeten, en d’ andere lang 8 en breed 3 voeten”.

Uiteraard werd de toestemming verleend en werden de twee kisten ingescheept in ‘t ZeepaardHet skelet bleek echter te hoog voor zelfs de grootste toonkamer van het stadhouderlijke naturaliënkabinet en werd op zolder opgeslagen.

Georg Forster

Toch is de giraffe van Gordon wel voor geleerden en gerenommeerde bezoekers te bewonderen geweest. Tijdens zijn bezoek aan de Republiek in april 1790 is natuuronderzoeker, antropoloog en schrijver Georg Forster lyrisch over het “waarlijk vorstelijke Kabinet van naturalia van de Prins van Oranje”. Forster maakte eerder, samen met zijn vader, deel uit van de tweede ontdekkingsreis van James Cook naar de Grote Oceaan (1772-1775), aan boord van de Resolution.

Vol lof spreekt Forster over de rondleiding die hij krijgt van Arnout Vosmaer. “De heer Vosmaer leidde ons verscheidene malen vriendelijk rond in deze rijke tempel der natuurwetenschappen en liet ons ook de nieuw toegevoegde stukken zien die nog niet op de voor hen bestemde plaats opgesteld waren.

Hij komt hier ook oog in oog met “het gebeente van de camelopardalis zoals de antieken hem noemden, ofwel de giraffe van de tegenwoordige tijd, dat zeldzame dier dat er meer uitziet als een fantasievolle droom dan als een schakel in de keten der natuur”.

Het opgezette skelet van de camelopardalis van RJG

De camelopardalis, door Gordon in 1780 naar de Republiek gezonden. In 1795 is het door de Fransen mee naar Parijs genomen. In 2017 even terug in Nederland voor de tentoonstelling Goede Hoop in het Rijksmuseum.

Het huisexemplaar

Bezoekers aan de Kaap konden ook in Schoonder Sigt, het huis van de Gordons, terecht om met eigen ogen de vele natuurhistorische curiositeiten te bekijken die RJG in zijn ‘huismuseum’ had bijeengebracht. Hieronder bevond zich ook een opgezette camelopardalis.

In 1786 arriveerden de Oostenrijkers Franz Boos en zijn assistent Georg Scholl aan de Kaap om zaden, planten en zeldzame decoratieve vogels te verzamelen voor de keizerlijke menagerie van Schönbrunn. Graaf Johann Phillip Cobenzl was verantwoordelijk voor deze tuinen en dierentuin van keizer Jozef II.

Graaf Cobenzl correspondeerde niet alleen met zijn twee gezanten, maar ook met Robert Jacob Gordon. Uit brieven blijkt een wederzijds respect en goed contact. RJG laat in een brief aan Cobenzl merken niet heel blij te zijn met de manier waarop in Nederland met zijn giraffe wordt omgegaan.

In een brief aan de Oostenrijkse graaf van Cobenzl, schrijft RJG: “Men heeft mij om een kleine giraf gevraagd, die in een gewone kamer neergezet kan worden in Den Haag; waarop ik antwoordde dat Mr. de directeur zelf maar hier naartoe moet komen om er eentje van de juiste grootte uit te kiezen. Ik zal hem met plezier het gebied wijzen waar ze zich bevinden”.

Georg Scholl bleef onder patronage van RJG in de Kaapkolonie en maakte hier in 1795 de overname van de Kaap door de Engelsen mee, en kort daarna, de ongelukkige dood van RJG (lees er hier meer over). Scholl zou pas in 1799 naar Europa kunnen terugkeren. In zijn bagage bevond zich onder meer een opgezette giraffe. Mogelijk betreft dit het ‘huisexemplaar’ van Robert Jacob Gordon.

Meer ontdekken

De ontdekkingsreis kan thuis worden voortgezet met de website robertjacobgordon.nl. Hier zijn de Gordon Atlas uit het Rijksmuseum en de manuscripten uit de Brenthurst Library samengebracht. De hierboven gebruikte citaten uit het reisjournaal en de brieven aan Fagel en Cobenzl (in het Frans) zijn, net als de gebruikte tekeningen, afkomstig van deze site.

De citaten van Georg Forster zijn afkomstig uit Het vuur nog geenszins gedoofd. Een reis door de Lage Landen in 1790 (uitgeverij Cossee, Amsterdam 2010), een heel fijne vertaling door Gerlof Janzen van Georg Forsters reisverslag Ansichten vom Niederrhein, von Brabant, Flandern, Holland, England und Frankreich dat in de jaren 1791-1794 verscheen.

Verder lezen kan natuurlijk ook via SCRIBE DIEM. Naast blogs over taal, cultuur en historie vind je hier tevens een uitgebreide literatuurlijst te vinden over Robert Jacob Gordon en de tijd en wereld waarin hij leefde. Ga hier direct naar de leeslijst.

Dit bericht is geplaatst in Historie, Robert Jacob Gordon met de tags , , , , , . Bookmark de permalink.

2 reacties op Camelopardalis, de giraffe van Robert Jacob Gordon

  1. hans schreef:

    Mooi verhaal dat een mooi inkijkje geeft in het werk van Gordon.
    Opmerking: het bezoek aan de Republiek van Forster zal in april 1790 zijn geweest.

    • Aschwin schreef:

      Bedankt voor de reactie Hans! Goed opgemerkt, het jaartal is inmiddels gecorrigeerd.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *